Pensioen 123 Laag 3

Netto nabestaandenpensioen

Hoeveel bedraagt het netto nabestaandenpensioen?

Bij overlijden bedraagt het levenslange netto nabestaandenpensioen voor uw partner per deelnemersjaar 1,313% van het gemiddelde loon boven de € 128.180,- (niveau 2023) dat u tijdens uw deelname netto (rekening houdend met de maximale belastingheffing) hebt verdiend. Voor het bepalen van de deelnemerstijd wordt ervan uitgegaan dat u tot uw pensioendatum zou hebben deelgenomen aan de netto pensioenregeling.

Hoeveel bedraagt het netto wezenpensioen?

Bij overlijden bedraagt het verzekerde netto wezenpensioen voor uw kinderen 0,263% per deelnemersjaar van het gemiddelde loon boven de € 128.180,- (niveau 2023) dat u tijdens uw deelname netto (rekening houdend met de maximale belastingheffing) hebt verdiend. Voor het bepalen van de deelnemerstijd wordt ervan uit gegaan dat u tot uw pensioendatum zou hebben deelgenomen aan de netto pensioenregeling.

Hoeveel premie betaal ik voor de verzekering van mijn partner en kinderen?

Hebt u een partner, dan betaalt u voor de dekking van het overlijdensrisico een risicopremie. U kunt in de netto pensioenregeling alleen het netto nabestaanden- en wezenpensioen verzekeren in combinatie met de opbouw van een pensioenkapitaal. De premie stelt het pensioenfonds vast volgens onderstaande tabel en wordt ingehouden op uw premie voor de netto pensioenregeling. De premiebedragen zijn inclusief opslagen voor wezenpensioen en wettelijke vereisten voor het op peil houden van het fondsvermogen en kosten voor het te zijner tijd uitkeren van het pensioen.

Het maandelijkse premiebedrag wordt vastgesteld bij het begin van uw deelname en jaarlijks per 1 januari op basis van het dan geldende pensioengevende loon boven de maximum salarisgrens. Tussentijdse aanpassing is mogelijk als gevolg van een hogere leeftijd of door aanpassing van de premietabel.

 

leeftijd maandpremie per      € 1000 verzekerd netto NP Leeftijd maandpremie per € 1000 verzekerd netto NP
25 0,277 46 2,448
26 0,302 47 2,739
27 0,312 48 3,027
28 0,367 49 3,304
29 0,415 50 3,619
30 0,450 51 4,010
31 0,525 52 4,400
32 0,598 53 4,876
33 0,652 54 5,291
34 0,729 55 5,871
35 0,823 56 6,402
36 0,893 57 7,074
37 0,994 58 7,710
38 1,086 59 8,353
39 1,214 60 9,238
40 1,342 61 10,045
41 1,489 62 11,035
42 1,657 63 12,212
43 1,837 64 13,306
44 2,059 65 14,655
45 2,220 66 16,010
    67 17,319
    68 18,923

 

De uitkeringsduur van het netto nabestaandenpensioen en het netto wezenpensioen is gelijk aan de uitkeringsduur van het nabestaandenpensioen en wezenpensioen in de basispensioenregeling. Als u overlijdt, dan keert het pensioenfonds met ingang van de dag na uw overlijden maandelijks aan uw partner en kinderen het netto nabestaandenpensioen en wezenpensioen uit. Uw partner ontvangt het netto nabestaandenpensioen tot en met de maand van overlijden van uw zijn of haar overlijden.

Het netto wezenpensioen wordt maandelijks uitgekeerd tot en met de maand waarin uw kinderen 18 jaar worden. Als uw kinderen een voltijdse opleiding of studie volgen, ontvangen zij het wezenpensioen normaal gesproken uiterlijk tot en met de maand waarin zij 27 jaar worden. 

Jaarlijks bepaalt het bestuur of de uitkeringen van het netto nabestaanden- en wezenpensioen worden geïndexeerd. Dit is afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds. De indexatie is maximaal de procentuele wijziging in het (geschoonde) prijsindexcijfer. De indexatie wordt gefinancierd uit rendementen.