Vanaf begin dit jaar gelden er nieuwe wettelijke spelregels voor de financiering van pensioenfondsen, het zogenoemde Financiële Toetsingskader. In Focus hebben we hier veelvuldig aandacht aan besteed. Het nieuwe FTK (nFTK) moet zorgen voor heldere pensioencontracten, waarin duidelijk en transparant staat hoe de lusten en de lasten van een pensioenregeling zijn verdeeld over de verschillende belanghebbenden. Met belanghebbenden bedoelen we de werkgever, de (ex-)deelnemers en de gepensioneerden. De vragen ‘wie krijgt wat als er een meevaller is’ en ‘wie betaalt wat als er een tegenvaller is’ moeten dus in de nieuwe pensioenregeling duidelijk beantwoord worden.

Hoewel het nFTK per 1 januari is ingevoerd, hebben pensioenfondsen voor bepaalde ingrijpende aanpassingen langer de tijd gekregen om ze door te voeren. Sommige aanpassingen moeten per 1 juli zijn doorgevoerd, andere per 1 oktober. Hoe de wijzigingen worden vormgegeven wordt bepaald in het arbeidsvoorwaardelijk overleg tussen werkgever en werknemersorganisaties. Het pensioenfondsbestuur adviseert het overleg pro-actief. Op de verschillende beleidsterreinen zijn nu de volgende nieuwe afspraken doorgevoerd per 1 juli: 

Premiebeleid

Het pensioenfonds werkt met een vast premiepercentage. Deze premie wordt betaald door KLM (het grootste deel) en de werknemers (een klein deel). Als het premiebedrag dat volgt uit het vaste premiepercentage lager is dan het benodigde bedrag voor pensioenopbouw, wordt er eerst overleg gevoerd tussen arbeidsvoorwaardelijke partijen. Als dat overleg zonder resultaat blijft, wordt de pensioenopbouw voor actieve deelnemers gekort.

Indexatiebeleid

Het huidige indexatiebeleid vervalt en wordt vervangen door het indexatiebeleid volgens de nFTK richtlijnen. Dit houdt onder ander in dat er pas mag worden geïndexeerd als de beleidsdekkingsgraad 110% of hoger is. Daarnaast moet er genoeg vermogen beschikbaar zijn om de toeslag naar verwachting ook in de toekomst te kunnen verlenen. Dit wordt toekomstbestendig indexeren genoemd. De nieuwe wettelijke indexatiesystematiek ligt in lijn met het beleid dat het fonds al had. Ook voor inhaalindexatie gelden voortaan de regels van het nFTK. 

Overschottenbeleid

Het overschottenbeleid is ongewijzigd. Onder voor waarden kan er premiekorting worden gegeven als er sprake is van een overschot, maar alleen als er geen sprake is van een indexatieachterstand.

Tekortenbeleid

Als er sprake is van een tekort wordt er een herstelplan opgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van de natuurlijke herstelkracht van het fonds binnen 10 jaar, zonodig aangevuld met extra premiebetalingen. Mochten er pensioenaanspraken moeten worden gekort, dan wordt een kleine korting van 0,5% meteen doorgevoerd. Een grotere korting wordt gespreid over dezelfde periode als het herstelplan.

Tweede fase voor 1 oktober

Voor 1 oktober moet het pensioenfonds besluiten nemen voor de tweede fase van de implementatie van het nFTK: het bepalen van de risicohouding van het fonds en de haalbaarheidstoets. Bij risicohouding gaat het om het vastleggen van de beleggingsrisico’s die het fonds kan en wil lopen. Met de haalbaarheidstoets wordt gekeken of het verwachte pensioenresultaat aansluit bij de gewekte verwachting.

Toekomstbestendige pensioenregeling

Deze nieuwe afspraken zijn nu in de pensioenregeling en in de andere fondsdocumenten verwerkt zodat het pensioenfonds voldoet aan alle wettelijke eisen. Met deze maatregelen is er echter nog geen compleet nieuw pensioencontract. De genoemde wijzigingen kunnen worden gezien als een tussenstap op weg naar een toekomstbestendige regeling. De arbeidsvoorwaardelijke partijen gaan daarover nog verder in overleg. Onderwerp van gesprek is met name de financiering van de pensioenregeling en het verdelen van de risico’s. Deze regeling gaat naar verwachting in 2016 in. Via de website, Focus en NWSflits houden we u op de hoogte.