Tijdens de deelnemersbijeenkomsten, begin 2013, zijn veel vragen gesteld aan het pensioenfonds over allerlei pensioenonderwerpen. Enkele vragen en antwoorden leest u hieronder.

• Hoe denkt u het huidige niveau van de pensioenen vast te houden en indien mogelijk zelfs te verbeteren?
• Hoe brengt u evenwicht aan tussen verlagen (resp. verhogen) van de uitkeringen en verhogen (resp. verlagen) van de premiebetalingen?
• Kapitaalkrachtige beleggers zijn er in 2012 redelijk goed op vooruit gegaan. Waarom lukt dat de pensioenfondsen niet?
• Worden de pensioenen gekort in 2013?
• Hoe zorgt het bestuur ervoor dat de belangen van jongere medewerkers goed worden vertegenwoordigd?
• Welke concrete maatregelen zijn er genomen om te voorkomen dat de dekkingsgraad onder de 105% komt?
• Hoe kan ik het pensioengat dat ontstaat door de wijzigingen in de AOW opvullen?
• Zijn er in de achterliggende jaren ook gelden uit het pensioenfonds teruggevloeid naar KLM?
• De uitvoeringskosten zijn € 197 voor het Algemeen Pensioenfonds KLM. Het landelijk gemiddelde is lager. Kunt u aangeven waar het verschil door veroorzaakt wordt?
• Hoe werkt de tijdelijke heffingskorting?
• Wat is de indexatiegeschiedenis van het pensioenfonds?
• Wat is de Indexatieachterstand van het pensioenfonds?

Hoe denkt u het huidige niveau van de pensioenen vast te houden en indien mogelijk zelfs te verbeteren?

Voor het bestuur is dit één van de belangrijkste taken. Het bestuur heeft, naar aanleiding van onderzoek in 2011, advies uitgebracht om de pensioenregeling aan te passen. Nieuwe afspraken waren nodig om de pensioenregeling evenwichtig te houden. De arbeidsvoorwaardelijke partijen hebben op basis van dit advies tijdelijke pensioenafspraken gemaakt voor 2013. Hierover zijn alle deelnemers en pensioengerechtigden per brief geïnformeerd. Ook hier kunt u daar meer over lezen.

Het arbeidsvoorwaardelijk overleg heeft aangegeven om in 2013 afspraken te maken voor een structurele, toekomstbestendige pensioenregeling. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Hoe brengt u evenwicht aan tussen verlagen (resp. verhogen) van de uitkeringen en verhogen (resp. verlagen) van de premiebetalingen?

Het bestuur doet periodiek onderzoek naar de balans tussen bezittingen en verplichtingen via een zogeheten ALM-studie. Uit de laatste ALM-studie bleek dat de indexatieambitie niet evenwichtig was met de premie. Het bestuur heeft vervolgens het arbeidsvoorwaardelijk overleg dringend geadviseerd de pensioenregeling aan te passen. Zie ook de vorige vraag.

Kapitaalkrachtige beleggers zijn er in 2012 redelijk goed op vooruit gegaan. Waarom lukt dat de pensioenfondsen niet?

Ondanks de financiële crisis is het vermogen van het fonds in 2012 gestegen. Het pensioenfonds heeft in 2012 een rendement behaald van 14,8%. Een rendement dat veel kapitaalkrachtige beleggers in 2012 niet haalden. De dekkingsgraad van het pensioenfonds geeft de financiële positie van het pensioenfonds weer. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen van het pensioenfonds. De verplichtingen zijn in 2012 ook gestegen, waardoor de financiële positie van het pensioenfonds niet direct verbeterde.

Worden de pensioenen gekort in 2013?

Nee, gelukkig is dat niet het geval. Het Algemeen Pensioenfonds KLM zit niet in de groep van pensioenfondsen die per 1 april 2013 moeten korten.

Hoe zorgt het bestuur ervoor dat de belangen van jongere medewerkers goed worden vertegenwoordigd?

Het bestuur zorgt er steeds voor dat bij belangrijke besluitvorming de belangen van alle partijen evenwichtig zijn behartigd. Zo worden bijvoorbeeld risico's van pensioenopbouw verdeeld over verschillende generaties, gebaseerd op het principe van solidariteit. Nu er sprake is van vergrijzing worden de kosten van de pensioenuitkeringen gedragen door een steeds kleinere groep premiebetalers. Landelijk worden vaak oplossingen genoemd als langer doorwerken of hogere premies. Welke keuzes het bestuur maakt is afhankelijk van de afspraken in het arbeidsvoorwaardelijk overleg en het politieke debat.

In de komende Focus komen we uitgebreid terug op dit onderwerp.

Welke concrete maatregelen zijn er genomen om te voorkomen dat de dekkingsgraad onder de 105% komt?

Het pensioenfonds heeft drie mechanismes om mee te sturen; het indexatiebeleid, het premiebeleid en het beleggingsbeleid.

Om te zorgen voor een gezonde dekkingsgraad heeft het bestuur onder meer het indexatiebeleid aangepast. Meer over het indexatiebeleid kunt u lezen in het webbericht van 11 januari 2013. 

Hoe kan ik het pensioengat dat ontstaat door de wijzigingen in de AOW opvullen?

Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van uw situatie, bent u gepensioneerd of bent u nog in dienst bij KLM? Op de website hebben we een AOW-dossier gemaakt. Hier vindt u allerlei vragen en antwoorden over de wijzigingen in de AOW en wat die voor u betekenen.

Zijn er in de achterliggende jaren ook gelden uit het pensioenfonds teruggevloeid naar KLM?

In 1993 en 1994 is door het pensioenfonds een premieholiday aan KLM gegeven voor ruim 250 miljoen gulden. Een premieholiday houdt in dat KLM in die periode geen premie hoefde te betalen. KLM en bonden hadden hierover een afspraak gemaakt. Er was op dat moment voldoende financiële ruimte om de KLM-bijdrage op nul te stellen, zonder dat dit de aanspraken van deelnemers en pensioengerechtigden aantastte.

Vanaf 1999 is er een structurele overschotten en tekortenregeling in de financieringsopzet van het fonds. Op grond van deze regeling zijn verschillende jaren premiekortingen gegeven en zijn er ook extra premiebetalingen gedaan. De bedragen, van zowel de premieholiday als de latere premiekortingen en extra premiestortingen zijn in de betreffende jaarverslagen verantwoord. Voor een overzicht van de afgelopen 10 jaar zie pagina 132 van het jaarverslag 2011.

De uitvoeringskosten zijn € 197,- voor het Algemeen Pensioenfonds KLM. Het landelijk gemiddelde is lager. Kunt u aangeven waar het verschil door veroorzaakt wordt?

De uitvoeringskosten van het Algemeen Pensioenfonds KLM zijn inderdaad hoger dan het landelijk gemiddelde. In vergelijking met vergelijkbare pensioenfondsen is dit verschil aanzienlijk lager. De uitvoeringskosten bij vergelijkbare fondsen zijn € 172,-. Het bestuur vindt dat de kosten in goede verhouding staan tot de dienstverlening.

Een uitgebreid antwoord op deze vraag vindt u hier.

Hoe werkt de tijdelijke heffingskorting?

Ontvangt u pensioen, maar nog geen AOW-uitkering? Dan heeft u mogelijk recht op een tijdelijke heffingskorting. Hierdoor betaalt u minder belasting. De tijdelijke heffingskorting bedraagt 1% van uw pensioenuitkering met een maximum van € 182,- op jaarbasis.

De tijdelijke heffingskorting wordt verrekend bij uw jaarlijkse belastingaangifte als u daar recht op heeft. Maakt u gebruik van het aangifteprogramma van de Belastingdienst, dan wordt de tijdelijke heffingskorting automatisch door de Belastingdienst verwerkt.

De tijdelijke heffingskorting mag maar op één pensioenuitkering worden toegepast. Als u meerdere pensioenuitkeringen ontvangt en/of de tijdelijke heffingskorting wordt op meerdere uitkeringen toegepast, dan betaalt u mogelijk te weinig belasting. In dat geval ontvangt u een naheffing van de Belastingdienst. Vraagt u de tijdelijke heffingskorting aan bij uw jaarlijkse belastingaangifte dan kunt u een eventuele naheffing (gedeeltelijk) voorkomen.

De tijdelijke heffingskorting op pensioenuitkeringen geldt voor 2013, 2014 en 2015. Meer informatie over de tijdelijke heffingskorting vindt u op www.belastingdienst.nl.