Belangrijkste veranderingen op een rij

Het uitgangspunt van de nieuwe pensioenwet is een individueel pensioen waarbij financiële risico’s met elkaar gedeeld worden. U legt samen met de werkgever premie in, het pensioenfonds belegt dat geld en keert de pensioenuitkering uit.

Met de nieuwe regels voor pensioen kunnen pensioenfondsen de resultaten van hun beleggingen sneller gebruiken om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het financieel tegenzit, kunnen de pensioenen worden verlaagd. Wel biedt de Wet toekomst pensioenen de mogelijkheid om schommelingen zo veel mogelijk op te vangen.

Dit blijft hetzelfde

  • U ontvangt vanaf uw AOW-leeftijd een AOW van de overheid. Ook als de nieuwe regels zijn ingevoerd. 
  • De werkgever en de vakbonden blijven samen afspraken maken over pensioen.
  • U ontvangt uw pensioen zolang u leeft.  
  • Overlijdt u terwijl u in dienst bent? Dan krijgen uw partner en/of kinderen een partner- of wezenpensioen.
  • Ook als u arbeidsongeschikt raakt blijft er pensioen voor u geregeld.  

Dit zijn de belangrijkste veranderingen op een rij

De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen niet of nauwelijks omhoog. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenfondsen de resultaten van hun beleggingen sneller gebruiken om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het tegenzit, kunnen de pensioenen ook omlaag. De Wet toekomst pensioenen biedt de mogelijkheid om de schommelingen zo veel mogelijk op te vangen.

1. Persoonlijk pensioenvermogen met afspraken over de premie

Via de pensioenpremie die u en uw werkgever inleggen bouwt u een persoonlijk pensioenvermogen op. Door het resultaat van de beleggingen stijgt of daalt het persoonlijke pensioenvermogen. In het nieuwe pensioenstelsel staat dus de pensioenpremie centraal en niet langer de uiteindelijke pensioenuitkering. Uw werkgever en de vakbonden spreken af hoeveel premie betaald gaat worden.

2. Pensioen beweegt sneller mee

De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen nauwelijks of helemaal niet omhoog. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenfondsen de opbrengst van de beleggingen sneller gebruiken om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het tegenzit, kunnen de pensioenen ook omlaag.

3. Keuze uit twee soorten pensioenregelingen: solidair of flexibel

Uw werkgever en de vakbonden hebben de keuze uit twee regelingen. Bij beide regelingen bouwt u een persoonlijk pensioenvermogen op. Bij de solidaire regeling ligt de nadruk meer op het samen beleggen en risico’s delen. De flexibele regeling gaat meer uit van het kunnen maken van eigen, individuele keuzes.  

  1. Bij de solidaire premieregeling wordt uw premie samen met de premie van de andere deelnemers collectief beheerd en belegd. Het rendement dat wordt behaald op de verschillende beleggingscategorieën, wordt verdeeld over de deelnemers, op basis van bijvoorbeeld leeftijd of soort deelnemer. Ook is een solidariteitsreserve verplicht, een buffer om schommelingen op te vangen en risico’s te delen.
  2. Bij de flexibele premieregeling hebben deelnemers een aantal individuele keuzes. Binnen bepaalde kaders kunnen ze bijvoorbeeld zelf kiezen hoe het persoonlijk pensioenvermogen wordt belegd en welke risico's worden genomen. Ten slotte kunnen uw werkgever en de vakbonden afspreken om bepaalde risico’s collectief te delen via de risicodelingsreserve, maar dit is geen verplicht onderdeel van de regeling

4. Wettelijk uitgangspunt is dat nieuwe regels gelden voor alle pensioenen

Uitgangspunt van de Wet toekomst pensioenen is dat de nieuwe regels ook gaan gelden voor het pensioen dat u al hebt opgebouwd of ontvangt. Dit wordt ook wel ‘invaren’ genoemd. Uw werkgever, de vakbonden en het pensioenfonds kunnen besluiten hiervan af te zien als het meeverhuizen van de huidige pensioenen voor een bepaalde groep erg ongunstig is.

5. Pensioen voor uw partner of kinderen: dezelfde regels voor iedereen

Naast ouderdomspensioen voor uzelf is er ook een pensioen geregeld voor uw partner en/of kinderen mocht u onverhoopt overlijden. Dit noemen we het partner- en wezenpensioen. De hoogte van het partner- en wezenpensioen dat wordt uitgekeerd als u overlijdt voor uw pensioendatum is niet langer afhankelijk van het aantal jaren dat u hebt gewerkt en zou kunnen hebben gewerkt. Bovendien gaan alle pensioenfondsen op dezelfde manier bepalen wie in aanmerking komt voor het partner- en wezenpensioen. Zodat daar ook meer duidelijkheid over komt.

Meer weten?

Meer informatie over de veranderingen in het nieuwe pensioenstelsel leest u op de website van de overheid www.onsnieuwepensioen.nl.